BORGER - Het Mega Piraten Festijn in Borger is weer een ouderwets feest. Dik zevenduizend bezoekers genieten van optredens van onder anderen Jannes, Gerard Joling, Henk Wijngaard, Ancora, Mooi Wark en vele, vele anderen.
Een feest om te lachen, te sjansen, te dansen, mee te zingen en te drinken. Maar voor Hendry de Roo, zoon van de afgelopen december overleden Henk de Roo, was het ook een feest met een traan. Hij maakte als nieuwe ‘Boer Harms’ zijn podiumdebuut bij de Dutch Boys. “Naderhand een knuffel en een kus van mijn moeder. Ze was supertrots. Ze zei: ‘Pa lacht ook!’ En toen brak ik…”
Organisator Eddie Mensink is dik tevreden. “We hebben ook prachtig weer. Dat is al goed voor 80 procent van de feestvreugde, zeg ik altijd. En in de tent lekker de kachels aan. Ik heb zelfs een officieel jasje van de Dutch Boys gekregen. Nu ben ik officieel fan. De hele avond is weer één hoogtepunt.”
Natuurlijk gaat het dak eraf als Hendry en zijn nieuwe bandmaten Jans Hoogeveen en Cor Maatje, voorafgegaan door een woordje van Hendry’s moeder, voor het eerst als de Dutch Boys het podium betreden. Het overlijden van Henk kan de Dutch Boys niet stoppen. Drents chauvinisme viert hoogtij. Het publiek vreet het. In een razend tempo komen alle hits voorbij. Bijna, en het woord bijna gebruiken we met enige nadruk, alsof het nooit anders is geweest. “Het gebeurde gewoon”, zegt Hendry na afloop. “Het was geweldig. Ik kan er ook niks anders van maken. Ja, natuurlijk was ik bij vlagen zenuwachtig, maar echt niet de hele tijd. Het was wel mijn debuut op zo’n groot podium. Toen Willie (Oosterhuis, de presentator van het Mega Piraten Festijn, red.) mijn moeder vooraf even het podium ophaalde, stond ik klaar achter de Deure. Ik dacht: ‘Nu moet ik me even afsluiten, even niet luisteren, want anders krijg ik het te kwaad’. En daarna ging de Deure open en lag de hele focus op het optreden. Mijn hart ging er sneller van, zo waanzinnig!”
Het was de wens van zijn vader dat Hendry zijn taken binnen de Dutch Boys over zou nemen. “Ik heb eerder wel eens gezongen op kleine feestjes. En dan was hij al supertrots. Hij zei me dan: ‘Jij kan dit’. Vlak voor zijn overlijden zei hij: ‘Als er dan een opvolger komt, moet Hendry dat zijn’. Ik zei hem nog: ‘Ik hoop dat dat nog heel lang gaat duren’, maar dat mocht dus niet zo zijn…”
Hoe de toekomst eruit ziet? “Van de week zitten Cor, Jans en ik bij elkaar. Even evalueren en praten. Maar waarschijnlijk dat we het druk krijgen…”
Als een raket
Ook voor veteraan Dennie Christian blijft het Mega Piraten Festijn een belevenis. Hij scoort met een schlagermedley (waarin naast uiteraard ‘Rosamunde’ ook ‘Besame Mucho’ en ‘De Marsupilami’ zijn opgenomen) en de liedjes ‘Geef mij je Angst’ (Gib Mir Dein Angst) en ‘Sweet Caroline’. “Het Mega Piraten Festijn is altijd één groot feest”, stelt hij. “Als je er bent, dan kom je in een bepaalde sfeer. Een positieve spanning. Al die duizenden mensen, dat motiveert enorm. En als je dan aan de beurt bent, wil je zo snel mogelijk naar het middenpodium. Als een raket. Ook na al die jaren blijft dat een uitdaging.” Hij vervolgt: “Het frappante is dat Rosamunde uit ’75 komt en De Marsupilami uit ’78. We zijn inmiddels twee generaties verder en toch zie je dat al dat volk en vooral ook de jeugd die liedjes keihard meebrult. ‘Hoe is dat mogelijk?’, denk ik dan.”
Dennie was er op het allereerste Mega Piraten Festijn op 10 april 2004 al bij. “We zijn nu ook al weer een generatie verder. Het blijft een adrenalinestoot. En het verbaast me telkens weer hoe alle artiesten gedragen worden door het publiek. Ik denk dat het Mega Piraten Festijn voor veel artiesten een soort doorstoot is geweest naar het grotere werk. Dat zijn hun doorbraak aan het festival hebben te danken. Je ziet elk keer ook weer nieuwe namen.”
Dankbaar
Hij stelt het met enige nadruk: hij is enorm blij dat hij van zijn hobby zijn werk heeft kunnen maken. En dat hij zijn werk ook nog steeds ervaart als een hobby. “Dat is een gigageluk. Daar ben ik heel dankbaar voor. Ik zit nu al 52 jaar in het vak en mensen vragen me wel eens: ‘Vind je het niet mooi geweest?’. Nee, kijk naar mensen als Udo Jürgens of Charles Aznavour, die tot op zeer hoge leeftijd door gingen. Het is hun passie. En dat is het van mij ook. Of ik nou in een klein zaaltje sta of op het podium bij de Toppers in de Arena, elke keer wil ik me weer bewijzen en ben ik met mijn passie bezig. En daar kan ik mensen blij mee maken. En dat niet alleen: mezelf ook!”